Wet werk en zekerheid is een feit: wat betekent dit nu?

De Wet Werk en Zekerheid werd vorig voorjaar aangenomen door de Eerste en de Tweede Kamer. De eerste maatregelen gingen begin dit jaar al in, maar vanaf 1 juli is de wet volledig van kracht. De wet moet het ontslagrecht sneller en goedkoper maken, flexwerkers helpen en meer WW’ers aan het werk krijgen.

De Wet Werk en Zekerheid treedt woensdag in werking en daarmee gaan de regels voor ontslag en flexwerk op de schop. Iets waar álle werkenden mee te maken kunnen krijgen. Een overzicht in vogelvlucht.

De ontslagroute is vanaf vandaag een stuk overzichtelijker. Uitkeringsinstantie UWV is voortaan dé aangewezen instantie voor bedrijfseconomisch ontslag en ontslag na 2 jaar ziekte. Ontslag om een andere reden, zoals bij een conflict, moet voortaan aan de kantonrechter worden voorgelegd.

In dat geval moet de baas een ‘dik’ dossier over het disfunctioneren van een medewerker hebben opgebouwd. Ontbreekt dat, dan verwijst de kantonrechter het ontslag naar de prullenbak wegens het ontbreken van een redelijke grond.Voor de werknemers wordt het makkelijker om in (hoger) beroep te gaan tegen ontslag.

Als ontslag een feit is, krijgt in de nieuwe wet een werknemer een geldbedrag mee in de vorm van een transitievergoeding.Dit bedraagt een derde van het maandsalaris per gewerkt jaar en is gemaximaliseerd tot 75.000 euro. Dat pakt voor veel werknemers een stuk ongunstiger uit dan de oude kantonrechtersformule.

Negatief

Het idee is dat dit het voor ondernemers makkelijker maakt om vaste medewerkers te ontslaan. Deskundigen verwachten dan ook dat het aantal ontslagzaken toeneemt. Met name voor de 40-plussers met veel dienstjaren kan dit negatief uitpakken. De 50-plussers zijn beter beschermd; voor hen geldt een overgangsregeling.Een ander verhaal is het voor ouderen. Zij zijn waarschijnlijk ook sneller aan de beurt. Een baas mag het contract van zijn medewerker opzeggen wanneer hij de aow-leeftijd (of een afwijkende pensioenleeftijd) heeft bereikt. Daarvoor is geen toestemming nodig van het UWV of van de kantonrechter.

Kortere ww

Dan is er ook nog de inkorting van de ww-periode. Vanaf 1 januari 2016 wordt die geleidelijk afgebouwd naar 24 maanden. Dat was tot vandaag maximaal 38 maanden. Alleen medewerkers met veel dienstjaren kunnen die hele periode volmaken. Immers, de periode dat iemand gewerkt heeft, bepaalt hoe lang hij recht heeft op een ww-uitkering. Voor iedereen die in de ww zit, geldt vanaf nu al na 6 maanden een acceptatieplicht. Dat betekent dat zij al het werk dat wordt aangeboden moeten accepteren. Zo niet, dan kunnen ze worden gekort op hun ww-uitkering.

Flexwerk

Flexibele krachten krijgen nu eerder een vast contract. Binnen 2 jaar mogen maximaal 3 contracten voor bepaalde tijd worden afgesloten.Daarna moet de medewerker een vast contract krijgen. Wil de werkgever dat niet, dan moeten daar 6 maanden tussen zitten voordat de medewerker opnieuw een tijdelijk contract mag krijgen. Tot nu toe konden er drie contracten in 3 jaar worden gegeven voordat een vast contract volgde, of moesten er 3 maanden tussen zitten.

Doorbetalen

De positie van flexkrachten moet ook worden versterkt doordat werkgevers hen voortaan moeten betalen als ze niet worden opgeroepen of als ze hun werk niet kunnen doen door omstandigheden waar ze zelf geen directe invloed op hebben.Wel kan een werkgever in de arbeidsovereenkomst vastleggen dat dit niet geldt in de eerste 6 maanden dat een oproepkracht in dienst is. Dat geldt eveneens voor uitzendkrachten. In cao’s kan die periode worden opgerekt tot maximaal 1,5 jaar.

Daarnaast moeten uitzendkrachten na maximaal 5,5 jaar in dienst komen van het uitzendbureau, en krijgen payrollers dezelfde ontslagbescherming als vaste krachten. Een opdrachtgever moet een goede reden hebben om een payroller te ontslaan. Ontbreekt die, dan zit het payrolbedrijf aan de medewerker vast.

Experts hebben wel hun bedenkingen over het flexwerk; er zijn bijvoorbeeld signalen dat werkgevers willen voorkomen dat na 2 jaar een vast dienstverband ontstaat. Dat zal naar verwachting vaker gebeuren bij werknemers die makkelijk vervangbaar zijn. Is iemand inmiddels langer dan 2 jaar in dienst? Dan is de werkgever bovendien bij ontslag verplicht om de transitievergoeding te betalen aan de flexwerker.

Bron: AD
Datum: 01-07-2015